Zowel landbouw als industrie zoeken steeds intensiever naar alternatieve lokale waterbronnen als een betaalbare en verantwoorde keuze. Maar je kunt die niet zomaar meteen aanboren; ze kunnen immers vervuild zijn.
Wil je een lokale watervoorraad zoals gebufferd regenwater, bedrijfseffluent of bemalingswater inzetten? Dan staat het buiten kijf dat je de waterkwaliteit in kaart moet brengen. Stel je vervuiling vast, dan zet je best een meetcampagne op om de variabiliteit in vervuiling te achterhalen: hoe variëren de concentraties doorheen de seizoenen en afhankelijk van de neerslag? Dan kun je de oorzaak onderzoeken en zo een technisch-economische inschatting maken van een zuivering of sanering. Zo anticipeer je nu op strengere verplichtingen in de toekomst.
Type waterwinst
Voor wie?
Puntbronnen lozen vervuiling vanaf een vast, aanwijsbaar punt. Daardoor zijn ze vaak vrij eenvoudig aan te pakken.
Een diffuse bron is niet eenduidig aan een bepaalde lozingsplek toe te wijzen. De vervuiling komt uit een groter gebied, waardoor die ook moeilijker te bestrijden valt. Diffuse bronnen zijn bijvoorbeeld pesticides en herbicides; uitlaatgassen; lood, koper en zink uit leidingen; uitspoeling van bemesting… Vroegere vervuiling via een puntbron kan echter ook de oorzaak zijn van een historische vervuiling van grondwater, grachten, beken of bekkens en is daarom ook moeilijker te bestrijden.
Secundaire waterbronnen zoals oppervlaktewater en regenwater uit stormbekkens zijn doorgaans vrij van wetgeving rond waterkwaliteit. Heerst er droogte of staat het water te laag? Dan wordt een captatieverbod afgekondigd. Dat is echter ook het geval wanneer bijvoorbeeld een blauwalgvervuiling wordt vastgesteld. Om winst voor natuur en mens op lange termijn te garanderen moet je je nu al bewust zijn van kwaliteit van de gebruikte bron. Zo vermijd je dat de vervuiling zich verder verspreidt, naar bijvoorbeeld nabijgelegen akkers, of schade toebrengt aan mensen, dieren of planten.
“De stad Tielt is eigenaar van gronden langs de Deinsesteenweg, ten oosten van het centrum, waarop een stormbuffer ligt waaruit landbouwers water onttrekken voor irrigatie. De voorbije jaren hebben we de toegang echter al moeten ontzeggen door blauwalgvervuiling. Tijdens een meetcampagne binnen Vlaanderen WaterProof werd recent ook PFAS vastgesteld, vermoedelijk door een historische industriële vervuiling. Er wordt momenteel in samenwerking met VITO en Aquafin een gedetailleerde meetcampagne opgezet en een risicoanalyse uitgevoerd. Afhankelijk van de uitkomst nemen we vanuit de stad Tielt gepaste acties om risico’s voor mens en natuur maximaal te vermijden. We communiceren ook ten alle tijde open naar de betrokken partijen.”
Directeur Ruimte stad Tielt
Gezuiverd huishoudelijk of industrieel afvalwater mag ingezet worden voor irrigatietoepassingen, mits een watertoelating van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM). De hoofdmoot bestaat uit een risicoanalyse. Die schat het risico van het hergebruik in voor het milieu en de volksgezondheid. Daarnaast vereist de aanvraag ook een gedetailleerde omschrijving van het waterhergebruiksysteem en een monitoringsplan. Wil je nagaan of de kwaliteit van het gebruikte water volstaat voor irrigatietoepassingen, dan kan je de waterkwaliteit toetsen aan richtwaardes opgesteld door het Agentschap Landbouw en Zeevisserij. Zou je het water graag gebruiken voor subirrigatie (irrigatie via ondergronds infiltrerend buizennet), dan moet het water voldoen aan strengere kwaliteitsnormen en is een vergunning noodzakelijk. Ook voor industriële toepassing kan deze bron ingezet wordt, mits zuivering in functie van de vereiste kwaliteit. De toepassingen zijn uitgebreid, waaronder de inzet als spoelwater, koelwater of proceswater.
Heel wat oppervlaktewaters en afvalwaters van bedrijven worden al frequent bemonsterd en geanalyseerd. Die data vind je gebundeld op het Geoloket Waterkwaliteit. Daarnaast bestaan er ook databanken voor specifieke micropolluenten zoals PFAS: de PFAS verkenner op de Databank Ondergrond Vlaanderen (DOV) toont potentieel vervuilende hotspots. In de buurt van zo’n gebied stijgt het risico op vervuiling dan ook aanzienlijk.
Naast publiek beschikbare data kun je ook je oor te luisteren leggen bij buurtbewoners, lokale landbouwers en de gemeentediensten. Zij hebben misschien herinneringen aan vroegere lozingen (kleur, schuim…), brandhaarden en blusactiviteiten, incidenten… die je meetcampagne verder richting kunnen geven.
Een meetcampagne staat niet op zichzelf, maar kadert in een gezamenlijk traject rond waterhergebruik. De eigenaar van de wateropslag is dan betrokken, net als een exploitant en één of meerdere verbruikers van de waterbron. Bij een meet- en analysecampagne zijn bijkomend een onderzoeksinstelling of laboratorium betrokken. De Vlaamse overheid bundelt de erkende laboratoria voor water. Een goede meetcampagne neemt stalen van de waterbron op verschillende tijdstippen doorheen de seizoenen. Organiseer ook staalnames stroomopwaarts van de bron om de oorzaak van vervuiling na te gaan, en stroomafwaarts van de bron om te onderzoeken hoever de vervuiling zich lokaal doorzet.
Ruwe data van labo’s moet je verder uitpluizen. Een analyse weegt de waarden enerzijds af tegenover referentiewaarden of wetgeving. Anderzijds verwerk je de ruwe data best in ruimtelijke plots en grafieken voor scherpere inzichten. Hiervoor kan je beroep doen op waterexperten van technologiebedrijven of kennisinstellingen.